- stampen
- {{stampen}}{{/term}}I 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [de voet met kracht neerstoten] stamp2 [met betrekking tot machines] thump3 [met betrekking tot schepen] pitch ⇒ plunge4 [krachtig op iets stoten] bump, knock♦voorbeelden:1 met zijn voet stampen • stamp one's footII 〈overgankelijk werkwoord〉1 [door stoten kleiner maken/mengen] pound ⇒ crush, pulverize2 [door stoten aanstampen] tamp ⇒ pound3 [door stoten doppen] thresh, thrash♦voorbeelden:1 gestampte aardappelen • mashed potatoesgestampte muisjes • aniseed (sugar) crumble2 beton stampen • tamp concrete3 rijst stampen • thresh rice¶ 〈figuurlijk〉 (iemand) iets in zijn kop/hoofd stampen • bang something into someone's head〈figuurlijk〉 een gebouw uit de grond stampen • knock up a building
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.